Karina Puuffin


Ik was even de ruimte in gelopen waar Karina aan haar installatie begonnen was. Zij was er niet. Er stond een leeg frame rechtop tegen de muur geleund, groot in afmeting, smal omlijst. Eraan hingen links en rechts gekleurde latjes. Misschien zou het frame daarmee aan de muur vastgezet gaan worden. Daar vlakbij lag op de grond een uitvergrote egaal geschilderde verfvlek in felroze, omlijnd door een stevige lijn in zwart, op ongespannen wit doek niet strak te wezen, en toch wel. Daarnaast stond een open kartonnen doos die vol zat met een soort knuffels van genaaid en beschilderd schilderdoek; opgevulde beestjes die niemand ooit zo heeft gezien en die stuk voor stuk gewoon zichzelf waren en levend. 
Ik zag zwart-witte paadjes kruipen over de vloer. Die kwamen ergens vandaan en gingen vastberaden een richting op. Verderop was het skelet van een open bouwsel aan het verrijzen. Daarnaast lag een stapel houten latjes, elk per zijde zorgvuldig van kleur en strepen voorzien, stuk voor stuk en kant voor kant eigen. Bouwmateriaal. 

Ik had al op Karina’s website gekeken, en herkende de ingrediënten. De vormen, de kleuren, de details – wat daar zo zorgvuldig gefotografeerd te zien was, lag nu fysiek in de ruimte om mij heen. Als materiaal voor het volgende werk, wat ze hier ter plekke aan het bouwen was. Want het ene kunstwerk komt bij Karina uit het ander voort: het een wordt uit elkaar gehaald en het volgende geconstrueerd, als een ketting die voortgaat. Het gaat om mogelijkheden, zegt ze ergens. En die mogelijkheden zag ik nog halfopen, omdat dit werk nog in wording was.

Later was het af. De mogelijkheden waren uitgekristalliseerd. Voor nu. Voor deze plek, voor dit kunstwerk. De hele ruimte was het kunstwerk, en ik kon mij er vrij in bewegen. Ik moest ook bewegen, dat ging vanzelf. Kijk daar, “splash” tegen het plafond, en ‘splash” tegen de muur, net als die ene roze die ik eerder had zien liggen. Het was een en al beweging hier, nu even kunstmatig stopgezet. Want zo’n vlek kan daar natuurlijk niet blijven hangen, die moet gaan druipen. En die diertjes gaan kruipen natuurlijk, als er niemand kijkt. En dat bouwseltje balanceert dat het een lieve lust heeft. 
Niks stond stil. Het was alleen even op dit heel specifieke punt stilgezet. Zoals je een film even op een bepaald beeld stil kunt zetten. Die film was er niet. Dit beeld, dat was er. Dat vulde de ruimte. Heel bewust precies zo gewild.
Met al dat leven. Dat alleen heel even wordt stopgezet. Precies hier. 

Wat Karina hier als kunstenaar doet, brengt mij direct terug naar hoe we allemaal ooit in onze vroege kindertijd zijn begonnen. Onvermoeibaar en niet te verslaan. Met fantasie en magisch denken dat eigenlijk op alles antwoorden had. Voordat conventies en inzichten die bij opgroeien horen onze verbeeldingskracht lamlegden, en we begonnen te begrijpen dat het toch allemaal zo makkelijk niet was. 
Zeker niet in Oekraïne waar Karina geboren werd en opgroeide. Daar waren strikte kaders waar kunst niet buiten mocht en daar liep ze al in haar puberteit knalhard tegen aan. Tot ze naar Nederland kwam, en hier op de kunstacademie werd aangenomen. Twee werelden, daar en hier. Op haar website hebben sommige kunstwerken titels in het Oekraïens of het Russisch, zonder vertaling. Dat heeft ze gedaan, vertelt ze, omdat Oekraïners en Russen anders niet zouden begrijpen wat het was en al helemaal niet dat het kunst was. Nederlanders hebben zo’n titel niet nodig, die weten dat wel.

Karina speelt met concepten en materialen die ze van hun normale kunstbetekenis ontdoet en voor dat spel gebruikt ze ook werk van eerdere kunstenaars. Dat doet ze met verve en zelfvertrouwen. In de toelichting lees ik dat ze met haar werk bewust stelling wil nemen tegen heersende traditionele kunstconcepten. Er staat hier inderdaad herkenbaar een lege lijst. Het kunstwerk is zichtbaar uit de lijst gekropen en heeft zich ongegeneerd over de hele zaal uitgerold. Maar eigenlijk hoef ik dat niet te weten. Ik word simpel en direct verrast door de levenslust die mij hier ongebreideld om de oren vliegt. 
“Heb je een idee hoe het verder gaat vanuit hier?” vroeg ik. Ze keek even peinzend, en zei: “De vierde dimensie misschien?”

Dit werk van Karina Puuffin was onderdeel van de zomerexpositie 2022 in museum EICAS te Deventer. Ik heb het stukje op 11 augustus geschreven.