Mounira Al Solh


Van zonsondergang tot zonsondergang

Dat Bolwerck in Zutphen. Ik kwam af op de omschrijving van de expositie: microgeschiedenissen rond omwentelingen, migratie, verdriet en verlies. Ik liep de eerste zaal binnen en daar stond een video te spelen. Op het scherm zag ik een schildering die waarschijnlijk een familie weergaf, op alle gezichten zat een los papiertje geplakt waarmee ze anoniem waren. Ik las: “Ik moest weg van mijn familieportretten om individuen te zien”. En vervolgens de uitnodiging om uit het plaatje te stappen, zodat er wel 1000 nieuwe plaatjes geboren werden: want de plaatjes zijn niet gebonden aan de mensen die er op staan. 

Het bleek het einde te zijn. En toen begon de video vanaf het begin.

Een strand, met de zee. En een leeg colaflesje. En de woorden: “Zo zou het kunnen beginnen”. Met het verhaal van Samira, die heel klein was en verliefd en wegliep, en zei dat ze 14 was maar loog om de suggestie te wekken dat ze nog niet was uitgegroeid. 

En toen een tweede beeld van strand en zee. “Zo zou het ook kunnen beginnen”. Met twee lege flesjes, een grote en een kleine, en het verhaal van Samira die 15 was en heel lang en paard reed, en alles tegen de traditie in deed, en elke keer als ze zwanger was nam ze de bus….

Of zo, “zo zou het ook kunnen beginnen”: een niet meer jonge vrouw met een fotoboek in een huiskamer die namen noemt en wijst, en plekken en data, en anekdotes: je opa, je oma; waar ik jou al over vertelde; o nee, het was later…..

Of zo, “zo zou het ook kunnen beginnen”: Hoe in 1958 Amerikaanse militairen zomaar vanuit de zee landden op het strand waar de bevolking van Beiroet in bikini lag, een gewone dag. Want we zijn in Libanon. Maar het verhaal gaat via alle familieleden en door de generaties heen ook over Syrië en Egypte. 

En laag over laag, van mogelijk begin naar mogelijk begin, ontvouwt zich midden in het gewone leven het verhaal van oorlog en bezetting door de generaties heen, en gewapend verzet door een tante die pas 16 was en moest liegen dat ze al 18 was om mee te mogen doen, en politieke allianties en liefdes, en muziek, en gezichtsoefeningen van grootmoeder om een gladde huid te houden, en moord en doodsbedreigingen en ballingschap en Chinese vazen die in de grond gestopt waren om ze te bewaren. En een kerkhof waar een moslim oom begraven ligt tussen de christenen, omdat zijn vermoorde lichaam daar van harte welkom was.  En kinderen die op het strand cola verkochten liepen af op de soldaten die daar door de branding aankwamen: “Hey Jack, do you want a coke?” ‘Hey Mohammed, do you want a coke?” Hey François, do you want a coke?” En hier is de magische touch die dit werk zijn bijzondere karakter geeft: dat het steeds weer verspringt, niet alleen door alle verschillende mogelijke vertrekpunten, maar ook doordat het voortdurend van register verandert, en zelfs speelt. Voortdurend brengt Al Solh allerlei lagen tegelijkertijd in beweging.

Laag over laag over laag, waarbij heftige gebeurtenissen ook gewoon feitelijkheden worden, en bijna niets te zwaar lijkt om ook lichtvoetig te behandelen. Met een enorme intensiteit en zeggingskracht weven zich lotgevallen, mensenlevens, historische gebeurtenissen, anekdotes tot een rijk en dicht weefsel aaneen waarin alle denkbare kleuren mee doen. Het donker en het licht, en altijd net even anders dan je verwachten zou. 

Twee portretten aan de muur met een plankje eronder waar bloemen op staan. Eindelijk weer thuis, zegt het commentaar. En dan wisselt de inhoud van die lijstjes razendsnel en de ene na de andere politieke leider van allerlei betrokken landen verschijnt, en beweegt in zijn lijstje en buigt zich er uit naar voren en opzij, met een stem op de achtergrond die begeleidende tekst laat horen – en had tante Samira nou een liefdesrelatie met de premier? Of was dat een kinderfantasie?

Een oude mullah die begeleid door een prachtig traditioneel lied moeizaam met een stok ergens in de stad een trap naar beneden loopt en dan in over elkaar gemonteerde beelden weer omhoog, en weer naar beneden en dan ineens zit hij wellicht in dat christelijke kerkhof wat ik eerder al noemde, maar misschien ook wel ergens anders in een soort grot, achter een microfoon en horen we een stem een vette mop vertellen over die ene moslim hier die in tegenstelling tot alle andere moslims elders met zijn kleren aan begraven is. 

Een aparte lijn is het historische, politieke verhaal. Dat wordt verteld in een lange feitelijke uiteenzetting door een man die als deze verteller lopend door de stad in beeld is, maar het verschijnt in brokjes, gemonteerd tussen het andere door. Wat er in ’58 gebeurde met die inval, de aanloop daar naartoe, de onmogelijkheid om je als klein land zelfstandig te ontwikkelen als je pacten sluit met landen die allemaal groter en machtiger zijn dan jij. Fijntjes wordt in tekstcommentaar vermeld dat de Amerikanen het “the incidents of 1958” noemden. Met de toevoeging dat hun versie een paar “beautiful mistakes” bevat. 

En dan, in versie 9, verandert de toonzetting radicaal. Daar vindt een aangrijpende ontmoeting plaats vindt tussen een jonge vrouw van nu en een vrouw van dezelfde leeftijd maar traditioneel gekleed – de teksten die klinken zijn uit haar dagboek. De vrouw van nu werkt als getuige van wat daarin beschreven staat. Zij spiegelt de ander letterlijk voor onze ogen fysiek door het hele huis heen. Eerst naar haar kijkend van opzij, en dan face to face met haar meebewegend. Ik ben er, ik zie je.
En stap voor stap stokt de adem als duidelijk wordt hoe onschuldige daden en onbevangen zinnetjes van de vrouw geweld ontketenen bij haar man, in haar eigen huis, in aanwezigheid van haar kind. Hier intensifieert Al Solh met elk woord, met elk beeld, laag over laag intenser, zwaarder. Hier ligt letterlijk het zwaartepunt van de video, het hart van het kwaad. 
Inmiddels zit de getuige parallel aan de vrouw, naar mij toegekeerd. In een magistraal gebaar dat synchroon loopt met het verhaal heft ze haar armen alsof ze iemand optilt. Ze draagt het onverdraaglijke mee en zet het om in haar eigen vastberaden aanwezigheid face to face met mij als kijker.

En dan verschijnt versie 10: een oom die een lied zingt, een en al zachtheid en heimwee. Het lied van de twee manen. Voor eeuwig zwevend tussen twee culturen, met een op zich onschuldig geheim dat zijn moeder weet en zijn vader nooit mag horen. En de spanning uit versie 9 lost zich op in weemoed, een pijn die bezongen kan worden en die nooit over zal gaan. 

De tentoonstelling omvat in de volgende zalen van alles wat Al Solh hier en nu heel concreet met mensen, en vooral met vrouwen doet. Dat is voor haar wezenlijk onderdeel van haar kunstpraktijk.  Portretten die bezoekers getekend hebben van zichzelf of van elkaar. Wandkleden van Al Solh zelf en van een collectief vrouwen uit Zuid Amerika waarmee Al Solh op afstand tijdens Corona hecht verbonden is geraakt. Er is nog veel meer. Alles wat mensen verbindt. Alles wat net anders is en toch hetzelfde. Wereldwijd. En de absolute dringende noodzaak dat alles stopt wat vrouwen aan mannen onderwerpt. Alles wat van vrouwen tweederangs burgers maakt. Of misschien gewoon alles wat niet liefde is.

In een van de ruimtes van de expositie staat een tent die gaatjes heeft waaraan draadjes bungelen, sommige gaatjes zijn versteld of aan de randjes vastgezet. Tijdens de bombardementen mocht Al Solh als kind van haar moeder gaatjes in haar pyjama knippen, als ze ze later maar weer verstelde of vastzette. Het is een prachtig beeld. In de tent ligt een exemplaar van een feministisch tijdschrift, waarin Al Solh sinds 2008 verhalen publiceert van vrouwen die zich verzetten tegen onderdrukking en geweld tegen vrouwen in de Arabische wereld. Het tijdschrift heet NOA: Not Only Arabic. 

En toen ging ik de kelder in. Daar zong een vrouwenstem, Al Solh zelf, in een taal die ik niet versta. Het is een zang die net als de beelden van de video voor mij moeiteloos alles omvat en gewoon zingt. Als een levende stroom die alles verbindt en zacht maakt. Ik hoef het helemaal niet te verstaan. Alles wordt opgenomen en verbonden in die stem die zingt. Uit naam van het leven, denk ik. Een leven dat eindeloos veerkrachtig is, net als het plantenleven dat zelfs beton kan doen splijten, omdat het gewoon groeit, ook tegen alle verdrukking in.

Ik zag Van Zonsondergang tot Zonsondergang in Dat Bolwerck in Zutphen op 1 januari 2023 en opnieuw op 25 februari. Ik schreef dit stukje van 26 februari tot 5 maart. 

De titel van de video is “A la santé des alliés” (2003-2019).